Op peuterleeftijd wordt er steeds meer van een kind verwacht t.a.v. motorische vaardigheden en prikkelverwerking. Hierdoor worden achterstanden of een afwijking vaak gesignaleerd vanaf deze leeftijd.
Enkele signalen kunnen zijn:
Een afwijkend looppatroon (bijvoorbeeld tenenlopers)
Veelvuldig vallen
Angstig met bewegen
Houterige of stijve motoriek
Een vertraagde of andere ontwikkeling dan leeftijdgenootjes
Ten gevolge van een ziekte, botbreuk of handicap in bewegen beperkt
De behandelingen zijn gericht op:
Het trainen van vaardigheden die passen bij de motorische en zintuigelijke ontwikkeling van peuters.
Advisering aan de ouders m.b.t. hulpmiddelen en ondersteuning.